Wat verwachten we van digitalisering?

Elf digitale trends die onze wereld gaan veranderen

Tekst: Sjoerd Bakker, senior onderzoeker bij FreedomLab

Het einde van de digitale revolutie is nog lang niet in zicht. In vele sectoren én in ons dagelijkse leven zal digitale technologie een nog veel grotere rol gaan spelen dan nu het geval is. Toch is er in de besluitvorming omtrent digitalisering maar weinig aandacht voor de mogelijkheden en risico’s die deze technologie op de lange termijn met zich mee kan brengen. We staren ons blind op de thema’s en problemen die zich plotseling aandienen, zoals de hack bij de gemeente Hof van Twente, maar hebben te weinig oog voor de grote vragen die nog voor ons liggen. Bijvoorbeeld de vraag wie er straks de baas zal zijn in de digitale ruimte, en welke rol daarin is weggelegd voor overheden. En hoe zorgen we ervoor dat digitalisering daadwerkelijk een bijdrage levert aan onze brede welvaart en aan het oplossen van maatschappelijke problemen?

Sjoerd Bakker
Sjoerd Bakker

De Stack

Digitalisering is een containerbegrip en omvat vele deeltechnologieën en verschijningsvormen, van online-platformen tot digitalisering in de industrie. Om hierin structuur aan te brengen, gebruiken we het model van de Stack. Dit model beschrijft digitalisering als een gelaagd en modulair systeem, bestaande uit verschillende componenten – van ruwe grondstoffen tot digitale diensten, nieuwe culturele collectieven en innovatieve bestuursmodellen. Deze benadering biedt de mogelijkheid om systematisch na te denken over ontwikkelingen in afzonderlijke lagen, zoals de ontwikkeling van nieuwe netwerktechnologie, en over de onderlinge dynamiek tussen die verschillende lagen. Zo biedt de Stack ook zicht op, bijvoorbeeld, de rol die schaal- en netwerkeffecten spelen en op de grensoverschrijdende aard van de digitale technologie.

Het Stack-raamwerk
Het Stack-raamwerk

Om toekomstige digitale ontwikkelingen en de maatschappelijke impact ervan goed te kunnen duiden, is het noodzakelijk rekenschap te geven van de gelaagde structuur van digitale systemen. Hiervoor is in de Toekomstverkenning Digitalisering 2030 het Stack-raamwerk gehanteerd, waarmee ieder digitaal systeem, of het nu een smartphone is, een cloud-platform of het gehele internet, ontleed kan worden langs een vast aantal deelcategorieën van technologieën.



Op basis van literatuuronderzoek en gesprekken met experts en beleidsmakers zijn, in de Toekomstverkenning Digitalisering 2030, de belangrijkste innovaties in de verschillende lagen van de Stack geïnventariseerd. Deze monden uit in elf dominante trends voor de komende tien jaar. Naast technologische innovatie zijn de trends ook afhankelijk van maatschappelijke ontwikkelingen, die mede vormgeven aan de ontwikkeling en toepassingen van digitale technologie.

Digitale trends

Hier nemen we de elf digitale trends onder de loep:

1. Mega-ecosystemen: Vele diensten worden geïntegreerd binnen een enkele ‘super app’, waarmee gebruikers direct toegang hebben tot, bijvoorbeeld, mobiliteit, vermaak of verzekeringen. Deze integratie leidt tot een optimale gebruikerservaring en biedt tevens kansen voor duurzame verdienmodellen, zoals mobility-as-a-service. Het risico bestaat echter dat grote delen van onze economie zich moeten schikken naar de wensen en nukken van een paar grote techbedrijven. Voor de overheid ligt er hier duidelijk een rol om de lokale dienstverleners een sterkere positie te geven, en om eerlijke competitie en open innovatie te stimuleren.

2. Decentralisering: Groeiende weerstand tegen de macht van grote techbedrijven opent de deur voor radicale alternatieven aangaande het huidige internet. Op basis van nieuwe ontwerpprincipes, waarin institutionele innovatie wordt verankerd in de technologie, ontstaan er decentrale oplossingen voor dataopslag, intelligentie en applicaties. Dit biedt kansen om, bijvoorbeeld, de overheidsdienstverlening transparanter te maken middels blockchain-technologie. Tegelijkertijd kan decentralisering er ook toe leiden dat de overheden het overzicht en de grip op de digitale ruimte volledig kwijtraken.

3. Data-soevereiniteit: Het groeiende belang van data voor economische en maatschappelijke doeleinden leidt ertoe dat we anders gaan denken over de waarde en toegankelijkheid van data. Burgers, bedrijven en overheden verkrijgen data-soevereiniteit en worden zo in staat gesteld om bewuste keuzes te maken ten aanzien van de gegevens die ze aan anderen beschikbaar stellen. Dat kan er bijvoorbeeld toe leiden dat we juist vaker data ter beschikking stellen; voor betere dienstverlening aan onszelf of juist voor het algemeen belang.

4. Digitale valuta: Deze ‘munten’ maken het potentieel mogelijk om transacties uit te voeren tegen zeer lage kosten, zonder de tussenkomst van banken. Hierdoor ontstaan er nieuwe verdienmodellen en beloningsstructuren. Tegelijkertijd kunnen ze financiële markten ontwrichten, en dreigen ze bestaande spelers en toezichthouders buiten spel te zetten. Overheden staan straks voor de keuze om zelf een digitale munt te ontwikkelen, zoals de digitale euro van de ECB, of om een bestaande munt te omarmen, zoals El Salvador recent met bitcoin deed.

5. Eigenwijze data: Slimme steden, huizen en fabrieken genereren een stroom aan data. Met behulp van kunstmatige intelligentie zullen deze data onze leefwereld steeds beter voorspelbaar en bestuurbaar maken. Het is hierbij wel de vraag in hoeverre we ons willen laten leiden door deze data, hoe we ervoor zorgen dat ook niet-meetbare zaken aandacht blijven krijgen, en of we ook bereid zijn om – bijvoorbeeld in het geval van Smart Cities – de politieke keuzes te maken die nodig zijn om technologische oplossingen echt te laten werken.

6. Autonomisering: Kunstmatige intelligentie zal in de komende jaren steeds vaker zelfstandig gaan handelen. In eerste instantie zal dit beperkt blijven tot ‘onschuldige’ toepassingen, maar geleidelijk aan komen hier complexere taken bij en dringt de technologie dieper in ons leven door. Het maatschappelijke debat over de vraag of en hoe we met deze machines kunnen samenleven, wordt echter nog niet gevoerd. Dat geldt in het bijzonder voor de manier waarop de overheid zelf gebruik mag en wil gaan maken van autonoom opererende systemen.

7. Zwermcultuur: Digitale platformen brengen mensen samen, introduceren nieuwe vormen van samenwerking, en dragen bij aan het ontstaan en verspreiden van ideeën. Deze dynamiek zal de komende jaren versnellen, onder meer door de introductie van nieuwe interfaces en laagdrempelige toepassingen van kunstmatige intelligentie. Dat betekent dat veel meer mensen in staat zullen zijn om overtuigend fake news te verspreiden over allerlei thema’s, en dat het steeds moeilijker zal worden om echt van nep te onderscheiden.

8. Virtuele leefwerelden: Nieuwe generaties van sociale media en games creëren virtuele werelden, waarin gebruikers betekenisvolle ervaringen opdoen en nieuwe praktijken ontwikkelen. Vermaak, werk en onderwijs verplaatsen zich op deze manier naar de virtuele werkelijkheid. Het lijkt onvermijdelijk dat overheden zich meer gaan bemoeien met het virtuele leven, ook daar zichtbaar ‘aanwezig’ zullen zijn en (trans)nationaal toezicht zullen gaan uitoefenen. 

9. Mensoptimalisering: Intieme technologie helpt ons om onze fysieke en cognitieve beperkingen te overwinnen. Nieuwe interfaces vormen een uitbreiding van onze zintuigen, robotica versterkt ons fysiek, en de samenwerking met digitale assistenten ervaren we als een uitbreiding van onze cognitieve capaciteiten. Het is zaak om deze mogelijkheden te gebruiken om kansengelijkheid te bevorderen, en niet enkel ten goede laten komen aan de sociaal-economische voorhoede.

10. Strijd der Stacks: Grootmachten ontwikkelen hun eigen ‘Stack’, en proberen die tot mondiale standaard te verheffen. Dit is niet alleen een gevecht om economische en internationale macht, maar ook een strijd tussen ideeën over de manier waarop we onze samenleving inrichten, en de rol die we daarin aan de technologie toekennen. Europa is druk doende om zijn eigen Stack te ontwikkelen, en ook nationale en lokale overheden kunnen hieraan bijdragen door vaker voor lokale ontwikkelaars te kiezen.

11. Kwetsbaarheid: De digitale transitie zorgt ervoor dat we in toenemende mate afhankelijk worden van technologische systemen en hun ontwikkelaars. Dit maakt de samenleving en de economie kwetsbaar bij handelsconflicten, maar ook ten opzichte van cyberspionage, -sabotage en -chantage. Met het oog op de toekomst is het zo bijvoorbeeld de vraag in hoeverre lokale overheden zelf in staat zijn om hun cybersecurity op orde te houden, en zullen er mogelijk meer systemen ontkoppeld worden van het wereldwijde web.

Digitalisering is een containerbegrip en omvat vele deeltechnologieën en verschijningsvormen

Scenario’s voor onze digitale toekomst 

Elke afzonderlijke trend wijst ons op mogelijkheden, voor economische groei of verduurzaming, maar ook op de gevaren voor kansenongelijkheid, publieke waarden en onze veiligheid. Tegelijkertijd wijzen ze ons op de grote onzekerheden die nog bestaan ten aanzien van digitalisering en de keuzes die voor ons liggen. De toekomstverkenning vertaalt deze onzekerheden in vier contrasterende scenario’s. Hierin spelen twee vragen de hoofdrol: wie leidt de digitale transitie, en wat willen we met die digitalisering bereiken? Zo ontstaan vier beelden van onze digitale toekomst waarin er ofwel private ofwel publieke partijen leidend zijn, en waarin digitalisering op de eerste plaats bijdraagt aan economische groei of juist aan brede welvaart.

Versnelling: De digitale infrastructuur en de voornaamste platformen zijn nog altijd in handen van de grote internationale technologiebedrijven, maar de sector heeft wel blijk gegeven van een zelfreinigend vermogen. Onder druk van werknemers, dienstverleners én gebruikers zijn ze terughoudender geworden in het verzamelen van data, en zijn ze transparanter geworden als het gaat om algoritmes. Hiermee weten ze de roep om een striktere regelgeving voor te blijven, en voorkomen ze dat alternatieve platformen, die op coöperatieve leest geschoeid zijn, hun positie kunnen aantasten.

Voorwaardelijke groei: Het internet als ongereguleerde vrijplaats is niet meer. Het werkte niet voor zijn gebruikers, had nadelige gevolgen voor de samenleving, en ging ten koste van het Nederlandse en Europese verdienvermogen. Europa is daarom overgegaan op een strikte regulering van online-activiteiten en de platformen waarop deze plaatsvinden. De regels hebben betrekking op de omgang met data en het gebruik van algoritmen, maar ook zeer nadrukkelijk op de impact die digitalisering heeft op onze leefomgeving en onszelf. Europese bedrijven floreren op dit internet, en krijgen ook elders in de wereld voet aan de grond.

Radicale markten: Het was de markt die de techgiganten voortgebracht heeft, en het is de markt die ze ook weer lijkt te ontmantelen. Werd de opkomst van cryptomunten aanvankelijk nog gezien als een speculatieve bubbel, achteraf bleek het een publieke kapitaalinjectie te zijn voor de ontwikkeling van de blockchain. Een open-source infrastructuur faciliteert allerlei functies, zoals financiële transacties en het beheer van data, zonder tussenkomst van centrale partijen. Veel van deze web 3.0-principes blijken in overeenstemming te zijn met de nieuwe Europese initiatieven voor een gemeenschappelijke digitale markt. 

Gelijk speelveld: De hoop dat de digitale transitie als vanzelf zou leiden tot maatschappelijke vooruitgang en brede welvaart heeft plaatsgemaakt voor het besef dat de samenleving haar digitale toekomst actief moet vormgeven. Hiertoe ontstaan er vormen van publiek-private samenwerking, waarin technologische innovatie hand in hand gaat met sociale, economische en institutionele innovatie. Openheid en transparantie zorgen er bovendien voor dat de publiek-private initiatieven en hun oplossingen sneller (internationaal) opgeschaald kunnen worden.

Met het oog op de toekomst is het de vraag in hoeverre lokale overheden zelf in staat zijn om hun cybersecurity op orde te houden

Door op basis van de trends en scenario’s verder in de toekomst te kijken, komen er nieuwe vragen boven. Is een grotere rol van de (traditionele) overheden gewenst of ontstaat er juist behoefte aan een radicaal democratisch en decentraal georganiseerd bestuursmodel? Deze vraag kunnen we stellen omdat we ons realiseren dat de digitale ecosystemen en virtuele leefwerelden een dusdanig grote rol in ons leven zullen gaan spelen, dat de aldaar geldende regels een wezenlijk andere betekenis zullen hebben dan de gebruiksvoorwaarden of spelregels van de huidige platformen.
In bredere zin helpt een langetermijnperspectief om te beseffen dat we vandaag keuzes moeten maken om vorm en richting te kunnen geven aan onze digitale toekomst. Doen we dat niet dan dreigen we de digitale transitie passief te ondergaan, worden keuzes vóór ons gemaakt, en lopen we economische en strategische risico’s, en is de kans groot dat we straks leven in een wereld vol technologie die botst met onze waarden en normen. Het maken van die noodzakelijke keuzes begint met het verbeelden van wenselijke en realistische toekomsten. Vervolgens kunnen we ons afvragen hoe we die toekomst vorm kunnen geven en welke ‘keuzemomenten’ er voor ons liggen.

Meer weten? 

Om de blik van de Nederlandse politiek te verruimen, heeft het kabinet aan het onderzoeks- en adviesbureau FreedomLab gevraagd om een toekomstverkenning uit te voeren naar de mogelijke ontwikkelingen rond de digitalisering richting 2030. Het resultaat van deze studie is onlangs aan de Tweede Kamer aangeboden als bijlage bij de jaarlijkse update van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie.